“Als 31 januari een voorbode is voor heel 2022, staat ons een productief jaar te wachten.” Dit waren onze woorden nog maar zo’n twee weken geleden. En die woorden kunnen wij recyclen, want met alle stormen van de afgelopen dagen is er weer een enorme hoeveelheid aan windproductie behaald dankzij Dudley, Eunice en Franklin. Drie namen die we de afgelopen dagen allemaal voorbij hebben horen komen. Namen van stormen die we de afgelopen dagen ook allemaal gevoeld en gemerkt hebben. Drie heftige, stevige stormen die voor heel veel windproductie hebben gezorgd, maar toch geen nieuw windrecord hebben neergezet.
Hoe dat kan, legt onze collega Arthur Vermeulen (Directeur Wind bij Pure Energie) uit: “Windmolens in Nederland wekken de meeste stroom op bij een windkracht van 5 of 6. Nederlandse windmolens worden namelijk gebouwd op de weersomstandigheden die het vaakst voorkomen in ons land, daar moet hij optimaal voor zijn. Bij een windkracht van 5 of 6 produceren windmolens het meest optimale aantal vermogen met hun draairondes. Een hardere storm kan er voor zorgen dat windmolens tijdelijk in een stand gaan waarin ze minder wind vangen of zelfs moeten stoppen met draaien, om schade of kortsluiting te voorkomen.” Het klinkt logisch: hoe harder de storm, hoe meer energie er wordt opgewekt. Toch is dit dus niet altijd het geval.
“Windkracht 10 is voor de meeste moderne windmolens het maximale , ofwel een snelheid van 90 kilometer per uur. Er zijn een aantal windmolens die zelfs tot een windkracht van 12 kunnen doordraaien. Wanneer de wind weer onder windkracht 10 zakt, dan beginnen de windmolens vanzelf weer te draaien.” Aldus Arthur. In onderstaand item legt Arthur het nog verder uit.
Dat er geen nieuw record is gehaald komt dus eigenlijk omdat het de afgelopen dagen soms té hard heeft gewaaid en daardoor sommige windmolens tijdelijk minder hard draaiden draaien. Toch mogen we Dudley, Eunice en Franklin bedanken voor een mooie productie van de afgelopen dagen, want er is een tophoeveelheid aan stroom opgewekt!
